Sampleruil met Peter Boeringa; Port Charlotte 2004 versus Octomore 2007

door | november 11, 2021

Het is alweer een tijdje geleden dat ik een aantal samples ruilde met Peter Boeringa. Bij de samples die ik van hem ontving zat een hele mooie mogelijkheid om twee whisky’s van de Bruichladdich distillery met elkaar te vergelijken. Geen “gewone” Bruichladdich maar twee geturfde varianten. Een Octomore en een Port Charlotte moeten samen een mooi stukje huiswerk opleveren. Turf op een herfstavond, dat kan niet misgaan toch? Maar waarmee te beginnen?

Moet ik afgaan op het alcoholpercentage of moet ik me laten leiden door de reputatie op het gebied van het turfgehalte? Kijk ik naar de leeftijd of toch het vattype of misschien naar de score die er al op Whiskybase gegeven is? Om de een de aroma’s van de ander niet te laten beïnvloeden kies ik ervoor om ze niet beiden op 1 avond te proeven. Ik heb er dus gewoon twee avonden plezier van!

Voor het artikel ga ik dan maar uit van de nummering op Whiskybase en dan staat de Octomore al het langst in de database. Octomore heeft de reputatie de whisky te zijn met het hoogste gehalte aan phenolen dat aan de gerstemout gebonden is. Aangezien ik nog niet eerder een Octomore heb geprobeerd ben ik zeer benieuwd hoe dat zich uit in deze botteling van de Rest & Be Thankful Whisky Company.

Foto Whiskybase.com

De distillatie van de spirit vond plaats in december 2007. Rijping vond plaats in een Sauternes wijnvat en dat zou een mooi zoetje met zich moeten meebrengen. Uiteindelijk mocht de whisky op 15 augustus 2015 op een leeftijd van 7 jaar het vat verlaten om gebotteld te worden in 296 flessen. Niet verdund, niet bijgekleurd en niet koudgefilterd en met een alcoholpercentage van maar liefst 63,9%…

  • Neus: Een mix van turfrook, citrus, honing en moutsuikers zonder dat de turf echt overheerst. Mooi subtiel eigenlijk wel.
  • Smaak: Ondanks de 63,9% alcohol is deze whisky verrassend vriendelijk in de mond. Mooie turfinvloed met een lichte prikkeling die deels door het ABV en deels door een kruidig tintje veroorzaakt wordt. Uiteindelijk komt de zoete Sauternes invloed lekker door.
  • Afdronk: Een mooie lange afdronk die zoet, romig en rokerig aandoet.

Dit vind ik een hele mooie whisky! Er is een mooie balans tussen turfrook en het vat. Een score van 88 punten waard wat mij betreft.

Van Port Charlotte heb ik al wel eerder wat mooie bottelingen geprobeerd maar nog niet eerder een die gebotteld werd door een onafhankelijke bottelaar. Van de betreffende bottelaar, Whiskybroker, daarentegen heb ik wél weer wat flessen in mijn kast staan en zo is dat cirkeltje weer rond.

Foto Whiskybase.com

In dit geval vond de stook van de spirit plaats in de zomer van 2004 en werd voor de rijping een sherry butt gebruikt. Eind oktober 2019 werd vatnummer 838 uiteindelijk geleegd in 515 flessen en had de 15yo whisky een alcoholpercentage van 53,9%. Ook hier werd niet gekleurd of koud gefilterd. Langer gerijpt, een lager ABV, een ander vattype, ik ben benieuwd naar de verschillen.

  • Neus: Een ietwat vlezige start met ook een tintje zwavel als van lucifers. Snel is er ook een zoetje van de sherry rijping. Een vleugje salmiak geeft het geheel een wat maritiem kantje.
  • Smaak: Kruidig, licht prikkelend op de de tong met een mooi zoetje en een behoorlijke turfinvloed en ziltige tonen.
  • Afdronk: Redelijk lange afdronk met naast de turfrook vooral ook de ziltige tonen die in de richting van salmiak gaan.

Ook dit is een mooie geturfde whisky. Wel zijn er duidelijke verschillen tussen de beide bottelingen. Het iets meer maritieme van de Port Charlotte is een mooie toevoeging maar de balans is juist bij de Octomore wat beter verzorgd. Ik geef de Port Charlotte daarom 87 punten.

Leuk om op deze manier de twee geturfde varianten van Bruichladdich met elkaar te kunnen vergelijken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *